– We hebben steeds meer stroom nodig. En om aan die vraag te voldoen, moeten er de komende jaren zo’n 45.000 extra elektriciteitshuisjes worden neergezet. Vaak in het gezichtsveld van bewoners of op plekken waar ze het stadsgezicht domineren. Zoals in Amsterdam, waar er 2600 bij gaan komen.

Staat straks elke straat vol met dit soort afzichtelijke elektriciteitshuisjes?

„Ik keek uit mijn raam en zag dat er een graafmachine een groot gat aan het graven was pal voor mijn deur. Ik dacht: wat gebeurt hier? Toen ik de bestuurder aansprak, vertelde hij me dat hier over een minuut of tien een elektriciteitshuisje geplaatst zou worden.”

„Ik was met stomheid geslagen”, zegt Nimrod Sternefeld uit de Breughelstraat in Amsterdam-Zuid. „Gelukkig had ik de helderheid van geest om razendsnel een picknicktafel in de kuil neer te zetten om met mijn kinderen en andere buurtbewoners de plek bezet te houden. Dat hebben we de hele dag volgehouden en uiteindelijk zijn de werklui afgedropen. Die mannen kon ik niets kwalijk nemen, die hadden alleen maar een opdracht van Liander. Maar wij werden wel overvallen, want wisten van niets.”

Nimrod Sternefeld en zijn buren namen het heft in eigen handen en voorkwamen de onverwachte komst van een elektriciteitshuisje in hun straat.

Inmiddels staat er weer een auto voor de deur van Sternefeld. „Waar het huisje nu gaat komen, is nog onbekend. Daar beraden de gemeente en Liander zich nog over. Maar wij hebben wel bewezen dat je niet alles hoeft te pikken. We leven toch in een normale maatschappij waar je dit soort zaken gewoon met elkaar overlegt?”

Erfgoedvereniging Heemschut ziet dat onze monumentale steden en dorpen wel erg makkelijk worden ontsierd door de nieuwe elektriciteitshuisjes. „We snappen echt wel dat er iets moet gebeuren omdat het elektriciteitsnet vanwege de toenemende vraag moet worden uitgebreid. Dit betekent dat er in Amsterdam 2600 elektriciteitshuisjes extra komen, waarvan er veel in de openbare ruimte komen te staan”, zegt Rutger Noorlander van Heemschut Amsterdam. „Liander heeft vrij spel en kan vergunningsvrij overal deze trafohuisjes plaatsen. Maar willen we de eeuwenoude Amsterdamse grachten nu ontsieren met honderden huisjes op de historische kades?”

Imrod Sterneveld met echtgenote en dochters vindt het maar een lelijk ding, het transformatorhuisje zoals Liander voor zijn deur wilde plaatsen.

Gezond verstand

„Deze mega-operatie moet zorgvuldiger gebeuren, en Liander en de gemeente Amsterdam mogen hierin iets meer creativiteit en liefde voor de stad laten zien. We hopen dat het gezond verstand zegeviert. We pleiten er daarom voor dat ze op de minst storende plekken worden geplaatst en dat Liander ze niet meer vergunningsvrij mag plaatsen. We willen bovendien dat de welstandscommissie erbij wordt betrokken, voor een mooi ontwerp op een locatie waar het past. Als plaatsing in de openbare ruimte onontkoombaar is, geef dan juist voorkeur aan minder opvallende locaties in zijstraten of in de randen van parken. Of zet begroeiing rondom het transformatorhuis, zodat het minder ontsiert”, stelt Noorlander.

Rutger Noorlander bij het afzichtelijk transformatorhuisje aan de Kloveniers Burgwal tegenover het Doelenhotel

„Laat niet het opheffen van parkeerplaatsen op kades de meest voor de hand liggende oplossing zijn, want juist daar maken de huisjes het meeste inbreuk op het stadsschoon. Nu kiest Liander bewust de makkelijke oplossing van lelijke, niet-inspirerende elektriciteitshuisjes op vrijgekomen parkeerplekken aan grachten. Daarvan zouden we als stad moeten zeggen: zo willen we het niet!”, redeneert Noorlander.

Welstand

Voor de door Liander gebruikte standaardobjecten gelden geen welstandseisen. Noorlander: „Amsterdam had voor de oorlog de goede traditie om allerlei nutsvoorzieningen door architecten te laten ontwerpen om verrommeling en vervuiling te voorkomen. Beroemd is het door Amsterdamse Schoolarchitecten vormgegeven straatmeubilair. In de jaren 1990 is geprobeerd die traditie te laten herleven en ontwierp Huibert Groenendijk een specifiek transformatorhuisje, passend in de nieuwe woonwijk op het Java-eiland. Zo kan het ook.”

Zo kan het ook: een trafohuisje dat in het straatbeeld past.

Slikken

„We hebben de mooiste stad ter wereld. Met prachtige grachten en historische gebouwen. Daar kunnen wij als inwoners echt van genieten en ook de toeristen die ons Amsterdam bezoeken, kijken hun ogen uit. Dat mag je niet gaan verpesten met transformatorhuisjes die te kust en keur worden neergezet en de omgeving er zeker niet mooier op maken”, zegt Jan de Bie. De 83-jarige vreest dat ook voor zijn deur een trafohuisje komt. „Wij als bewoners worden nergens in gekend en moeten alles maar slikken. We hadden hier in de Jordaan het mooiste elektriciteitshuisje dat er bestond, op de Elandsgracht. Maar die moest zo nodig worden gesloopt. En nu moeten er weer meer dan 2500 van die kasten bij komen.”

Een woordvoerder van de gemeente Amsterdam zegt dat het stroomgebruik in 2050 met minstens 300 procent toe gaat nemen ten opzichte van 2024. „Uitbreiding van het netwerk met elektriciteitshuisjes is dan ook onvermijdelijk. We verkennen met Liander de mogelijkheid om dat in inpandige locaties in onder andere gemeentelijk vastgoed en parkeergarages te doen. En waar ze wel op straat komen, werken de netbeheerders aan een nieuw gemeenschappelijk ontwerp dat beter past bij de stedelijke omgeving. Voor de korte termijn is deze keuze helaas beperkt tot de nu beschikbare modellen.”

Een peperbus langs de Amsterdamse Prinsengracht.

Ook bij netbeheerder Alliander zien ze de onvrede toenemen. „We zien weerstand als er een huisje bij mensen in hun straat wordt geplaatst. Ook bij bewoners die zonnepanelen op hun dak hebben liggen, elektrisch koken of hun elektrische auto willen opladen”, ziet woordvoerder Marloes de Vink van Alliander, waar Liander onder valt.

Maar de netbeheerder wil niet in lange discussies belanden. „Snelheid is geboden om te voorkomen dat het elektriciteitsnet echt overvol raakt en gebruikers op een wachtlijst belanden voor de levering van stroom.”

Gelopen race

De familie Jansz woont al dertig jaar in het Naardermeerkwartier in Naarden met een mooi uitzicht op weilanden en uitlaatveldje voor honden. „Maar dat zal binnenkort verleden tijd zijn. Wij krijgen hier twee van die transformatorhuisjes naast onze woning. We hebben geprotesteerd en ondanks toezeggingen er nog eens naar te kijken, staat er al een omheining. Voor ons is het een gelopen race, maar we hebben ons erbij neergelegd. Want het moet niet je leven gaan beheersen.”

Gaan we straks overal van dit soort gebouwtjes zien?

Wat doet een trafohuisje?

In ons land staan zo’n 100.000 transformatorhuisjes en dat aantal neemt tot 2050 met een kleine 50.000 toe. De elektriciteitsruimte is een belangrijke bouwsteen van ons energienetwerk en maakt stroom geschikt voor het gebruik in een woning. In de ruimte komt via kabels middenspanning (meestal 10.000 Volt) binnen. De transformator zet deze stroom om naar laagspanning (230V en 400V). Via kabels gaat deze stroom naar de gebruikers toe. Het ’trafohuisje’ kan gezien worden als ’de stoppenkast van de buurt’.

Geen bezwaar mogelijk

Omdat een trafohuisje een object is dat lager dan drie meter is en maximaal 15 vierkante meter groot, is er geen vergunning nodig voor plaatsing. Daardoor kunnen bewoners er geen bezwaar tegen maken. Ook hebben ze geen invloed op de keuze waar die komt te staan, omdat de technische eisen die de netbeheerder stelt aan de locatie vaak bepalend zijn. Omdat daarnaast een gemeente wensen heeft, blijven er weinig locaties over omdat een huisje – wil het betrouwbaar stroom afleveren – maximaal 200 meter van een woning moet staan.

bron: De Telegraaf 05-4-2024