De Trias Energetica is de meest toegepaste strategie om energiebesparende maatregelen te nemen, zodat deze op een efficiënte manier samenwerken. Efficiënt in de zin van: zo duurzaam mogelijk, dus zo energiezuinig mogelijk en met zoveel mogelijk gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen. Maar ook in de zin van kosteneffectiviteit: er wordt meer energie bespaard per besteden euro.
Het begrip werd in 1996 geïntroduceerd door Novem (E. Lysen). Als strategie is dit uitgewerkt door TU Delft (C. Duijvestein), waardoor de nadruk kwam te liggen op de volgorde van de stappen. In de eenvoudigste vorm ziet de Trias Energetica er als volgt uit:

• Stap 1. Beperk de energievraag
• Stap 2. Gebruik energie uit hernieuwbare bronnen
• Stap 3. Gebruik eindige (fossiele) energiebronnen efficiënt

Het principe van de Trias Energetica is dat stap 1 de meest duurzame stap (kost geen energie in de gebruiksfase) en stap 3 de minst duurzame stap is (gebruikt fossiele energie); stap 2 zit daartussenin: verbruikt wel energie, maar die is afkomstig uit hernieuwbare bronnen. De stappen worden opeenvolgend genomen.

1. De eerste stap is gericht op (steden)bouwkundige maatregelen die de vraag verminderen. Het gaat dus om ‘passieve’ maatregelen die geen hulpenergie vragen. Denk aan goed isoleren, luchtdicht bouwen en zongericht verkavelen.

2. De tweede stap heeft betrekking op het gebruik van hernieuwbare energiebronnen zoals wind, waterkracht, zon, bodem, buitenluchtwarmte en biomassa. En daar is onze Ecoplant een mooi voorbeeld van. Door de Ecoplant wordt energie gehaald uit hernieuwbare energiebronnen (in dit geval de zon) voor een lagere CO2-uitstoot en is dus duurzamer.

3. Vul ten slotte een eventuele restvraag aan met fossiele energie, maar gebruik deze energie zo efficiënt en zuinig mogelijk.

Waarom een strategie en waarom de Trias Energetica?
Het is belangrijk om bij energiebesparende maatregelen een goede strategie te gebruiken. Wie zonder goed begrip van de samenhang van maatregelen aan de slag gaat, kiest onbedoeld vaak duurdere maatregelen die zowel qua kosten als energiezuinigheid niet tot een optimaal resultaat leiden. Een bekend voorbeeld daarvan is de ontwerper die erop gefocust is om warmtepompen te gaan toepassen. Maar omdat zoiets een extra investering vraagt, bezuinigt hij op goede isolatie en luchtdichtheid. Minder goed geïsoleerde gebouwen hebben een grotere warmtevraag, dit betekent een grotere (dus duurdere) warmtepomp. Volgens de berekening voldoet het ontwerp misschien nog wel aan de vereiste EPC, maar is het niet de meest kostenefficiënte oplossing en ook nog eens meer energie verbruikt. De Trias Energetica geeft ontwerpers en bouwers duidelijke handvatten om de keuzes voor energiebesparende maatregelen in een logische samenhang te maken: zorg eerst voor een vermindering van de energievraag. Dat biedt het beste uitgangspunt om hernieuwbare energie in te zetten tegen zo laag mogelijke kosten. Ga spaarzaam om met de laatste en minst duurzame stap.